Wie is aansprakelijk? De architect of zijn vennootschap?

Dit artikel delen...

Lange tijd konden enkel natuurlijke personen als architect erkend worden. Niemand mocht immers de titel van architect voeren, indien hij niet in het bezit was van een diploma, waaruit blijkt dat hij met goed gevolg de examenproeven heeft afgelegd, welke vereist zijn voor het bekomen van het diploma (artikel 1 van de Wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect). De architect stond dan ook met zijn volledig privé vermogen borg voor de goede uitvoering van zijn prestaties; werd hij aansprakelijk gesteld, dan konden schuldeisers desnoods ook zijn privé bezittingen aanslaan.

Toch richtten vele architecten reeds een vennootschap op. Deze vennootschap (vennootschap van een architect) was evenwel niet de architect; de vennootschap stond enkel in voor de werkingsmiddelen van de architect, zonder zijn taken te kunnen uitoefenen. Zelfs indien een bouwheer een overeenkomst sloot met de vennootschap van de architect, dan bleef de architect persoonlijk aansprakelijk.

Het is pas met de “Wet Laruelle”, daterend van 15 februari 2006, dat hierin verandering is gekomen. Sedertdien kan ook een vennootschap het beroep van architect uitoefenen (architect-vennootschap), zelfs indien dit een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid betreft.

Tot voor de Wet Laruelle (en voor de vennootschappen die niet voldoen aan de vereisten van de Wet Laruelle) stelde zich de vraag wie de bouwheer of een benadeelde diende te dagvaarden, indien hij van oordeel was dat de aansprakelijkheid van de architect in het gedrang kwam: de architect-natuurlijke persoon of de vennootschap van de architect, met wie de overeenkomst was gesloten?

De rechtspraak was verdeeld: sommige hoven van beroep (o.a. te Gent) oordeelden dat, vermits het beroep van architect alleen door een natuurlijke persoon kon uitgeoefend worden, het ook alleen deze natuurlijke persoon was die aansprakelijk kon gesteld worden. Zij die de vennootschap van de architect hadden gedagvaard in plaats van de architect-natuurlijke persoon, vielen zo, vaak na jarenlang procedure, uit de boot. Andere rechtbanken oordeelden dat de middelenvennootschap waarmee de architect gecontracteerd had, eveneens aansprakelijk was, omdat die contractueel de verplichtingen van de architect op zich had genomen.

Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 9 september 2016 aan dit debat een einde gesteld: “het enkele feit dat een rechtspersoon bij een overeenkomst de door haar opgenomen verbintenissen niet vermocht uit te voeren, omdat de verbintenissen die zij aanging enkel, krachtens een regel van openbare orde, door een natuurlijke persoon mochten worden uitgevoerd, ontslaat haar niet van haar gehoudenheid tot het vergoeden van de schade die door de slechte uitvoering van die overeenkomst is ontstaan”. Vermits overeenkomsten de partijen tot wet strekken, kan de vennootschap van de architect zich dan ook niet verweren door te stellen dat zij enkel als administratief vehikel van de architect optrad en daarbij geen fouten kon begaan bij de uitoefening van zuivere architectenprestaties.

Zowel de architect-vennootschap als de vennootschap van de architect kunnen derhalve aansprakelijk gesteld worden. Nog een discussie in de rechtspraak die eindelijk beslecht werd.

Cass., 9 september 2016, C.14.0347.N

Ivan Coppens
Advocaat | Theoma


Dit artikel delen...